‘Ik ben heel blij dat we deze zorg hebben gekregen’

In een flat aan de rand van een groen park in Voorburg, woont Francien in de oude flat van haar zoon. In nog geen maand tijd stond het leven van Francien volledig op z’n kop en moest zij afscheid nemen van haar Jan, met wie ze ruim 46 jaar lief en leed had gedeeld. Als Francien opendoet staat een kwispelende Ozzie naast haar.

‘En dan staat je leven op z’n kop’
“Ik kan het eigenlijk nog maar nauwelijks bevatten, maar als ik terugdenk is het acht  jaar geleden begonnen met een operatie aan zijn blaas. Dat ging allemaal goed en ook de jaarlijkse controles waren goed. Tot twee jaar geleden; bij controle kon de arts de nieren niet goed controleren. We gingen er toen allemaal vanuit dat het goed was omdat Jan geen klachten had en de afgelopen jaren ook alles goed was. Niets was minder waar.

Tijdens een galblaasoperatie werd een gezwel gevonden. We schrokken enorm en acht dagen zaten we in spanning of het goed of slecht nieuws zou zijn. We kregen een positief bericht en konden ons geluk niet op. Kort daarna kreeg Jan allerlei klachten. Hij voelde zich zo moe en had pijn in zijn zij. We dachten dat het door de operatiewond kwam, maar na een nieuwe scan en echo bleek dat er geen hoop meer was. Van ons geluk was niets meer over, we waren alleen maar verdrietig.. Dan staat je leven volledig op z’n kop. Jan wilde toen graag naar huis.

Opgewekt en monter als ik ben, zou ik de zorg zelf wel regelen. Ik hoefde echt geen vreemde mensen in mijn huis. Vanuit het ziekenhuis vonden ze dit niet verstandig en na overleg besloten we dat 24-uurs zorg toch beter was. Nog voor we thuiskwamen uit het ziekenhuis stond Yvette van Florein al op de stoep. Even was dat heel raar om iemand zomaar in huis te krijgen, maar binnen enkele uren voelde het zo vertrouwd. We wonen met z’n tweetjes en dus was het passen en meten. Geweldig hoe vindingrijk Florein is, overal weten ze een oplossing voor.

Jan ging snel achteruit. Veel sneller dan wij allemaal gedacht hadden. Marco en Shirley, onze zoon en schoondochter, waren veel over de vloer net als veel andere familieleden. Ook de huisarts kwam geregeld even langs om te kijken hoe het ging, soms zelfs meerdere keren op een dag. Het was een drukte van belang en dat had ik in mijn eentje echt niet gered. ’s Nachts zorgde ik samen met Yvette voor Jan. Tussen alle narigheid konden we ook ineens lachen of even gezellig samen eten. Dat maakte het allemaal knus en intensief. Na twee dagen was het al afgelopen en heeft Florein samen met Marco en Shirley de laatste zorg gedaan. Het was fijn om dat met elkaar te delen. Daarna is Jan met een brancard opgehaald en niet in een kist meegenomen. Ik wilde dat beslist niet en dat kon gelukkig ook allemaal. Florein heeft slechts twee dagen voor mijn man en mij gezorgd, maar het is niet te beschrijven wat dat voor ons heeft betekend. Ik ben blij heel blij dat we deze zorg hebben gekregen.”

Francien mist haar Jan heel erg en ze is niet de enige. Ozzie, de hond, roept elke morgen naast zijn bed om hem en ook haar zoon vindt het nog heel lastig om het gemis een plek te geven. Op de parkeerplaats staan de twee geliefde auto’s van haar man. Daar kan en wil ze geen afscheid van nemen. Voor de mantelzorg die Francien zelf dagelijks doet in Wassenaar neemt ze elke keer een van de twee auto’s. Het is een mooie herinnering aan haar man, die ze graag koestert.

FLOREIN
ZORGT, DA’S
HELDER.