Griepgolf duurt al twaalf weken

De griepepidemie die momenteel in Nederland heerst, houdt inmiddels al twaalf weken stand.

Volgens onderzoeksinstituut Nivel gingen afgelopen week 162 op de 100.000 mensen naar de huisarts met griepachtige klachten. Dat zijn er ongeveer evenveel als de week daarvoor.

Als twee weken achter elkaar meer dan 51 op de 100.000 mensen griep hebben, is er officieel sprake van een epidemie. Nederland zit nu voor de twaalfde week op rij boven deze epidemische grens. Gemiddeld duurt zo’n epidemie ongeveer negen weken. Vorig jaar duurde de griepgolf in totaal vijftien weken.

Huisartsen zien vooral veel jonge kinderen en ouderen met griepachtige verschijnselen. Ook zien er deze ronde relatief veel ouderen met longontsteking. Nederlandse ziekenhuizen liggen al weken overvol met grieppatiënten.

Bron: nationale zorggids

Feiten en fabels over kou. Wat helpt wel of juist niet?

Nederland is in de ban van een naderend koufront. De zogeheten ‘Siberische beer’ brengt temperaturen tot min tien naar Nederland. Wat klopt er wel niet aan de verhalen over kou en wat kan je er tegen doen?

Op nu.nl vonden we een aantal stellingen over kou voorgelegd aan Hein Daanen, hoogleraar inspanningsfysiologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Daanen is expert op het gebied van de warmtehuishouding van het menselijk lichaam.

  1. Slanke mensen en vrouwen hebben het sneller koud: feit
    Daanen: “Mensen die zwaar zijn hebben meer vet onder de huid, waardoor ze hun lichaamswarmte beter kunnen vasthouden. Hierdoor koelen zij ook minder snel af. Tussen mannen en vrouwen is het verschil in koubeleving kleiner dan het verschil tussen zware en magere mensen. Vrouwen geven wel vaker aan dat ze het koud hebben, maar een reden daarvoor aandragen is moeilijk. Wel is het zo dat de maandelijkse cyclus van de vrouw invloed heeft op haar temperatuurbeleving.” (Vlak na de eisprong vindt een verhoging van de lichaamstemperatuur plaats, red.)
  2. Het dragen van sokken in bed houd je warmer tijdens koude nachten: fabel
    Daanen: “In de nacht daalt de kerntemperatuur van het lichaam, maar wordt de huid juist warmer.” Mensen vallen makkelijker in slaap met warme handen en voeten, legt Daanen uit. “Het slaapcentrum en de temperatuurregulatie zitten vlak naast elkaar in de hersenen.” Daarom kan het handig zijn om sokken aan te doen, als je door de kou lastiger in slaap valt. “Maar tijdens de slaap levert het geen voordeel meer op.”
  3. Rillen en klappertanden heeft geen functie voor het menselijk lichaam: fabel
    Daanen: “Een menselijk lichaam heeft twee mogelijkheden om zich aan te passen aan de kou. Als het koud is houden we als eerste de temperatuur rondom de hersenen en het hart op peil, maar dat gaat ten koste van de doorbloeding van de handen en voeten. Die wordt teruggeschroefd door vernauwing van de bloedvaten, waardoor zij koud worden. Ten tweede kunnen we zelf warmte maken door middel van rillen en klappertanden. Als je rilt maakt het lichaam warmte aan in de spieren. Wanneer het lichaam in rust is maakt het 100 watt aan warmte aan, met rillen is dat zelfs 300 tot 400 watt.”
  4. Het hoofd is het deel van het lichaam dat de meeste warmte verliest: feit noch fabel
    Daanen: “Vaak kleden mensen zich met koud weer warm aan, maar dragen ze niet altijd een muts of handschoenen. Als de rest van het lichaam goed ingepakt is, is het logisch dat het hoofd veel warmte verliest. Maar dit zou ook gelden voor een voet of ander lichaamsdeel dat niet goed ingepakt is. Wel is het zo dat het hoofd relatief veel warmte verliest omdat er bij kou weinig bloedvatvernauwing plaatsvindt. Daarom is het wel slim om een muts op te zetten.”
  1. Met eten en drinken kan je de lichaamstemperatuur beïnvloeden: feit
    Daanen: “Een goede truc om het lichaam en de handen weer warm te krijgen is warm drinken. Door een warme drank wordt de temperatuur in de kern van het lichaam hoger. Vervolgens reageert het lichaam daarop door weer extra bloed aan vingers en tenen af te staan. Alcohol is daarentegen juist nadelig om het weer warm te krijgen. Door de alcohol reageert het lichaam anders op kou en begint het niet met rillen of klappertanden. Ook door warm eten neemt de kerntemperatuur toe. Bovendien wordt het lichaam warmer wanneer het eten aan het verteren is.”
  1. De temperatuur binnen- en buitenshuis kan het beste niet te veel verschillen: fabel
    Daanen: “Als je het in huis al koud hebt, ben je al koud als je naar buiten gaat. Het is juist aan te raden om je in huis warm te kleden op de kou van buiten. Als je vervolgens vanuit de kou in een warme ruimte komt, warmt het lichaam weer op. Doe dan de jas uit, zodat de omgevingswarmte het lichaam en de jas kan verwarmen.”
  1. Een flinke laag vaseline helpt bij extreme kou: fabel
    Daanen: “Dit is een hardnekkige fabel. Vroeger smeerden mensen die bijvoorbeeld gingen schaatsen zich in met vaseline. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt juist dat het insmeren met vaseline het risico op koudeletsel verhoogt. Het vet in de zalf zorgt ervoor dat er meer vocht in de huid aanwezig blijft. Vervolgens bestaat het risico dat dit vocht bevriest.”
  1. Bij sporten in de kou is het verstandig om het lichaam warm te kleden: fabel
    Daanen: “Onze isolatie moeten we steeds aan onze inspanning aanpassen. Als je stilzit heb je een extra laagje isolatie nodig, maar als we buiten aan het werk gaan is het verstandig om niet te veel kleding te dragen. Met koud weer is het namelijk beter om onder de zweetdrempel te blijven. Zweten is gemaakt om het lichaam te koelen, maar uiteraard wil je dit niet met koud weer. Ook als je sport heb je tijdens de inspanning niet veel kleding nodig. Daarentegen moet het lichaam wel goed ingepakt worden tijdens de pauze of als het sporten klaar is. Anders verlies je heel snel warmte.”

Bron: nu.nl

Ziekenhuizen hebben nog steeds last van griepepidemie

Het aantal Nederlanders met de griep is langzaam aan het afnemen, maar ziekenhuizen ervaren nog steeds overlast door het groot aantal zieken dat door de epidemie in het ziekenhuis belandt. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis stelde eind vorige week al een opnamestop in, evenals het Bernhoven en Geldre Ziekenhuis. Andere ziekenhuizen werken nog zonder opnamestop, maar ervaren wel veel overlast. Bovendien is in vele ziekenhuizen ook personeel geveld door de griep. Dat meldt de Volkskrant.

Het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en Utrecht had vorige week zeventig mensen in het ziekenhuis liggen die kampten met complicaties door de griep. Een woordvoerder laat weten dat één op de vijftien bedden van een grieppatiënt is. Bedden op de normale afdelingen zitten overvol en daarom moeten sommige patiënten op de spoedeisende hulp slapen.

Ziekenhuizen zien vooral jonge kinderen en ouderen met complicaties binnenkomen. “Ze kampen met bronchitis of een longontsteking en kunnen daardoor lastig ademhalen. De patiënten komen verzwakt en soms ondervoed in het ziekenhuis te liggen”, laat een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) weten. Naar verwachting houdt de griepepidemie nog heel even aan. Het koude, droge weer zorgt ervoor dat het virus in leven blijft.

Bron: Nationale Zorggids

Donorwet 2020: wat moet je weten?

De Eerste Kamer heeft op dinsdag 13 februari ingestemd met een nieuw systeem voor actieve donorregistratie. Na weken van debat stemden 38 senatoren voor en 36 tegen. De donorwet van D66 houdt in dat iedereen orgaandonor is, tenzij hij of zij bezwaar maakt. Nabestaanden houden een belangrijke stem in het kapittel. De wet gaat in de zomer van 2020 in. Wat er dan allemaal precies gaat veranderen lees je hier.

De nieuwe donorwet wil dat mensen die nu nog geen keuze hebben gemaakt in het Donorregister, stimuleren om dat wel te doen. Voorafgaand aan de zomer van 2020 krijgt iedereen van 18 jaar ouder een brief met daarin de vraag om hun keuze over orgaandonatie vast te leggen. Wie zich na een aantal brieven niet registreert, wordt automatisch geregistreerd met ‘geen bezwaar’ tegen orgaandonatie.

Wat betekent geen bezwaar?
Iedereen die zelf geen keuze maakt in het Donorregister, krijgt ‘geen bezwaar’ achter zijn naam. Als als er ‘geen bezwaar’ staat wordt de aanname gedaan dat je donor wil zijn. Tenzij je nabestaanden aangeven dat je daar wél bezwaar tegen gehad zou hebben. Dus dit betekent dat familieleden het in principe moeten accepteren dat de overledene geen bezwaar had tegen doneren van organen of weefsels. Echter zijn er binnen de wet enkele mogelijkheden voor nabestaanden om een orgaandonatie tegen te houden. Dat kan namelijk als de nabestaanden aannemelijk kunnen maken dat hun overleden familielid echt geen donor had willen zijn.

Vier registratiemogelijkheden
Nu en per 2020 heb je in het Donorregister de keuze uit vier mogelijkheden. Kies je voor ‘ja, ik geef toestemming voor orgaandonatie’, dan geef je duidelijk aan dat je inderdaad orgaandonor wil zijn. ‘Nee, ik geef geen toestemming’ legt vast dat je géén donor bent. Dan zijn er nog twee opties, namelijk ‘Mijn partner of familie beslist’ en ‘De door mij gekozen persoon beslist’.

De rol van de nabestaanden
De afgelopen paar weken ging het tijdens de debatten in de Eerste Kamer met name over de rol van de nabestaanden. Daar bestond namelijk nogal wat onduidelijkheid over. Waar eerder iemand die niet geregistreerd stond, zijn lot eigenlijk in handen van de nabestaanden liet, is de rol van de nabestaanden per 2020 net iets beperkter omdat elke volwassene in principe geregistreerd is.

De nabestaanden mogen in ieder geval beslissen als iemand zich heeft geregistreerd met ‘mijn partner of familie beslist’. Ook kan het zijn dat iemand nog niet geregistreerd is. Bijvoorbeeld omdat iemand pas net 18 jaar is geworden. In dat geval beslissen ook de nabestaanden.

Binnen de nieuwe donorwet bestaat de mogelijkheid voor nabestaanden om een registratie van een ‘ja’ of ‘geen bezwaar’ aan te vechten. Dat kan als zij menen dat dit niet overeenkomt met de wens van de betrokkene. Volgens de huidige wet kunnen nabestaanden de registratie in het Donorregister overigens niet aanvechten. Toch komt het in de praktijk in 5 tot 10 procent van de gevallen voor dat een arts de orgaandonatie niet doorzet, ondanks toestemming van de donor zelf. Dit gebeurt als de nabestaanden zwaarwegende bezwaren tegen de donatie hebben.

Wat kun je eigenlijk doneren?
In het Donorregister mag je zelf aangeven wat je wel en niet wil doneren. De organen die geschikt zijn voor afstaan na je overlijden zijn: hart, nieren, lever, longen, alvleesklier en darmen. Als je bijvoorbeeld je hart liever niet afstaat, kun je dat in het register laten vastleggen. Ditzelfde geldt voor de donatie van weefsel van de huid, botweefsel, oogweefsel, hartkleppen en bloedvaten.

Wanneer is orgaandonatie mogelijk?
Orgaandonatie is alleen mogelijk wanneer iemand in het ziekenhuis is overleden. Een arts stelt daar de dood vast door vastgelegde regels en afspraken te volgen. Overlijdt een donor door hersenletsel, dan volgt de arts het hersendoodprotocol. Bij een hartstilstand geldt het modelprotocol orgaan- en weefseldonatie. De oorzaak van het overlijden bepaalt hoe de orgaandonatieprocedure verder verloopt. En welke organen daarna voor donatie geschikt kunnen zijn.

Natuurlijk kun je voor 2020 al laten vastleggen wat je wensen zijn. Geef je nadrukkelijk ‘ja’ of ‘nee’ aan, dan sta je ook na de invoering van de nieuwe donorwet zo geregistreerd. Als je wil, kun je je nu al registeren om later ‘geen bezwaar’ tegen te gaan. Weet je niet zeker of je geregistreerd bent? Kijk dan op Donorregister.nl en log daar in met je DigiD.

Bron: Nationale Zorggids

Hond of kat in huis? Pas op voor je gezondheid

Drie op de vier honden- en katteneigenaren ontwormen hun huisdier onvoldoende. Dit vormt een groot risico voor de gezondheid van hun eigenaren, met name kinderen, zwangere vrouwen en ouderen. De worminfecties van dieren kunnen namelijk worden overgedragen op de mens.

Dit blijkt uit een onderzoek van Ipsos onder ruim 500 honden- en katteneigenaren. Dit risico bestond natuurlijk altijd al, maar de laatste jaren is het toegenomen door het veranderende leefklimaat in Nederland. Hierdoor komen vaker (exotische) vormsoorten voor die een gezondheidsrisico voor de mens kunnen vormen.

Het gericht en regelmatig ontwormen van huisdieren is in het belang van de volksgezondheid. Volgens parasitoloog Paul Overgaauw kunnen de larven van bepaalde wormsoorten door het lichaam van de mens trekken. Dit leidt tot gezondheidsklachten en in sommige gevallen zelfs tot schade aan lever, longen, ogen en hersenen.

Besmetting

Honden en katten kunnen geïnfecteerd raken met wormen als ze in contact komen met grond waarop eitjes uit besmette ontlasting aanwezig zijn. Ook kunnen ze de wormen oplopen door het eten van slakken of prooidieren. Tegelijkertijd dragen ze hun infecties over op mensen: katten en honden doen hun behoefte vaak op grasvelden en in zandbakken die mensen gebruiken om te recreëren.

Onbekendheid

Het grootste probleem met de worminfecties en de gevolgen daarvan, is dat veel mensen zich niet bewust zijn van de risico’s, of de gevolgen ervan onderschatten. Uit het onderzoek bleek dat ruim zes op de tien huisdiereigenaren niet weten dat de wormen van honden of katten ook risico’s voor de mens vormen. Meer dan drie op de tien eigenaren ontwormen niet periodiek omdat ze geen wormen kunnen zien bij de ontlasting van hun dier. Jammer, want een worminfectie in een vroeg stadium is ook niet zomaar waar te nemen. Op het moment dat de wormen zichtbaar zijn in de ontlasting, is er waarschijnlijk al veel schade aangericht.

Kuur op maat

Het risico dat de honden en katten – en daarmee hun eigenaren – lopen, is sterk afhankelijk van hun leefgebied. Maar ook dieren die nooit buiten komen, lopen risico omdat eigenaren de eitjes via hun schoenen naar binnen kunnen brengen. Dierenartsen kunnen eigenaren informeren over de risico’s en de aanbevolen wormkuur voor hun dieren.

Bron: Gezondheidsnet

Vrijwillig eigen risico wordt niet verlaagd

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) geeft geen gehoor aan de oproep van Zorgverzekeraars Nederland om het vrijwillig eigen risico in te perken. Verzekerden kunnen het eigen risico op de zorgverzekering tot 885 euro blijven verhogen.

Vrijdag 5 januari pleitte André Rouvoet, voorzitter van ZN, in een gesprek met Radio EenVandaag dat het verplichte en vrijwillige eigen risico samen maximaal 650 euro zouden moeten bedragen. Rouvoet blikte daarbij terug naar de start van de Zorgverzekeringswet, waarbij het verplichte eigen risico toentertijd 150 euro en het vrijwillige eigen risico maximaal 500 euro bedroeg. ‘Waarom gaan we niet terug naar die grens, dat je in de combinatie van vrijwillige en verplicht eigen risico nooit boven die 650 euro uitkomt?’, opperde Rouvoet.

Eigen risico

Zorgverzekeraars Nederland vindt het huidige eigen risico van maximaal 885 euro veel te hoog. Rouvoet vreest dat gezonde mensen voor een hoger eigen risico kiezen en daardoor met een lagere premie beloond worden. Volgens de voorzitter zouden kwetsbare verzekerden, die een hoger eigen risico zich niet kunnen veroorloven, opgezadeld worden met een hogere premie. Rouvoet stelt dat het hoge eigen risico de solidariteit tussen ziek en gezond raakt.

DSW

Chris Oomen, directeur van DSW, heeft onlangs een open brief aan de minister van VWS geschreven waarin hij pleit voor een lager vrijwillig eigen risico. ‘Er is geen eerlijke verdeling van de zorgkosten zolang ons verzekeringssysteem voordelen biedt waarop alleen gezonde mensen aanspraak kunnen maken’, aldus Oomen. Volgens de directeur moeten en kunnen de zorgkosten eerlijker verdeeld worden.

Oomen meent dat er zonder het vrijwillig eigen risico ruimte zou zijn om de zorgpremie met ruim 20 euro en het verplicht eigen risico met 50 euro te verlagen. ‘Zo komt niet alleen aan gezonde mensen, maar aan iedereen een voordeel toe’, stelt de directeur van DSW. Om aandacht te vragen voor het maximale eigen risico, heeft DSW het vrijwillig eigen risico symbolisch met 10 euro verlaagd.

Bruins

Bruins benadrukt dat de zieken met het verplicht eigen risico niet de dupe zijn. Hij wijst op onderzoek waaruit blijkt dat verzekeraars de opbrengst van het vrijwillig eigen risico ook gebruiken om de premie voor andere verzekerden lager te houden. Volgens de minister is het vrijwillig eigen risico een goed instrument om bewustwording bij verzekeringnemers te creëren van de zorgkosten. Bovendien hebben verzekerden meer keuzevrijheid, wat het draagvlak van het zorgverzekeringsstelsel ten goede komt.

Bron: Zorgvisie

7 slimme tips voor lagere zorgkosten

De zorgkosten zijn hoog. Maar wie het handig aanpakt, kan toch besparen. We hebben hiervoor een aantal tips.

  1. Vraag zorgtoeslag aan

Zorgtoeslag is een tegemoetkoming van de overheid in de zorgkosten voor mensen met een lager inkomen. Hoe hoger het inkomen, des te lager de zorgtoeslag. Dit jaar mag je als alleenstaande niet meer dan €27.857 verdienen om in aanmerking te komen voor toeslag. Voor partners is de grens €35.116 per jaar. Er geldt ook een vermogenstoets: je mag niet meer vermogen hebben dan €107.752 (alleenstaanden) of €132.752 (partners). De zorgtoeslag is maximaal €88 (alleenstaanden) tot €170 (partners). Er zijn bij het ter perse gaan van dit nummer plannen om de zorgtoeslag te verhogen. Daardoor kan het zijn dat iemand die in 2017 geen recht had op zorgtoeslag, dat in 2018 wel heeft. Iets om in de gaten te houden. Op www.toeslagen.nl staat meer informatie. Toeslagen moet je zelf aanvragen! Dat gaat niet automatisch.

  1. Betaal premie in één keer

Normaal gesproken betaal je je zorgpremie per maand. Maar bij de meeste zorgverzekeraars kan de premie in één keer worden betaald voor het hele jaar. Dat kan een korting opleveren van 3 procent. Die korting verschilt per zorgverzekeraar.

  1. Kies een geschikte verzekering

De goede (aanvullende) zorgverzekering kiezen wordt steeds belangrijker. Zelfs als de maandpremie iets hoger is. Dat klinkt tegenstrijdig, maar het is beter iedere maand €20 extra te betalen en dan meer of betere zorg vergoed te krijgen. Dan levert die ‘dure’ zorgverzekering aan het eind van het jaar toch voordeel op. Zoek daarom eerst uit wat de zorg kost waarvan je nu al weet dat je die volgend jaar nodig hebt en van wie. Achterhaal ook wat de vergoedingen zijn voor deze zorg. Zorgverleners zelf zijn daarvan vaak goed op de hoogte, informeer anders bij de (mogelijke) zorgverzekeraar. Zet de extra premie af tegen de vergoedingen. Soms is het voordeliger de zorg zelf te betalen. Soms is het voordeliger bij te verzekeren.

  1. Kies de voordeligste arts

Voor sommige ingrepen ging je vroeger standaard naar het ziekenhuis, zoals het verwijderen van een moedervlek. Maar steeds meer huisartsen voeren deze eenvoudige ingrepen zelf uit. Twijfel je tussen het ziekenhuis en de huisarts? Vergeet dan niet dat de rekening van de huisarts niet onder het eigen risico valt. In het ziekenhuis zijn deze behandelingen vaak duurder en vallen deze (soms deels) wel onder het eigen risico. De huisarts is dan dus – veel – voordeliger.

  1. Vergelijk zorgverleners

Marktwerking in de zorg betekent ook dat de ene (tand)arts duurder kan zijn dan de andere. Dat geldt bijvoorbeeld voor een implantaat. Naast deze prijsverschillen kan ook de vergoeding die een zorgverzekeraar biedt, verschillen. Die vergoedingen hangen namelijk samen met het contract dat een zorgverzekeraar al dan niet heeft met een zorgverlener. Ook die afspraken bepalen wat je straks zelf betaalt voor zorg. Controleer die afspraken dus altijd voordat je met een zorgverlener in zee gaat.

  1. Pas op met collectief

Tot voor kort stond een collectieve zorgverzekering gelijk aan ‘goedkoop’, want de deelnemers kregen een mooie korting. Maar let ook op de dekking. Die kan bij een collectieve verzekering te ruim zijn, waardoor je als klant korting krijgt op een prijzig pakket dat eigenlijk niet zo goed past. Wie zijn of haar zorgwensen op een rij zet, kan beter af zijn met een individuele polis op maat. Daarvan zijn er steeds meer, zoals speciale pakketten voor ouderen. Zo’n polis biedt bijvoorbeeld geen extra vergoeding voor kraamzorg, maar wel voor fysiotherapie.

  1. Benut het eigen risico slim

Dit jaar is het eigen risico €385. Dit blijft – na enige politieke discussie – €385 in 2018. Dat eigen risico geldt onder meer voor medicijnen. Heb je nog medicijnen of behandelingen nodig en het eigen risico is betaald? Regel de zorg dan voor het eind van het jaar. Want op 1 januari begint het eigen risico weer op nul en zijn de kosten voor de behandelingen en de medicijnen in eerste instantie weer voor eigen rekening. Het eigen risico voor dit jaar bij lange na niet benut? Schuif de zorgkosten dan vooruit (indien mogelijk en verantwoord), zodat de kosten meetellen voor het nieuwe eigen risico. Zo pakt het eigen risico in 2018 misschien wel voordeliger uit.

Bron: Gezondheidsnet

Nieuwe richtlijnen betere signalering financieel misbruik ouderen

Er komen richtlijnen voor zorgprofessionals om financiële uitbuiting van ouderen eerder te kunnen signaleren. Die worden opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG). Financieel misbruik komt vooral voor bij kwetsbare ouderen, zoals bij beginnende dementie. Dat meldt KRO-NCRV.

Volgens Hanna Willems, voorzitter van de NVKG, zijn de richtlijnen nodig omdat die signalen in de praktijk lastig te herkennen zijn. Ze zijn bedoeld om huisartsen, medisch specialisten, medewerkers van de Spoedeisende Hulp (SEH) en andere zorgverleners alerter te maken op signalen van financieel misbruik. De richtlijnen zijn onderdeel van algemene richtlijnen voor ouderenmishandeling.

Somberheid, hulpeloosheid en afhankelijkheid bij een patiënt kunnen wijzen op een situatie van financieel misbruik. Vooral eenzame ouderen die voor sociale contacten en hulp afhankelijk zijn van anderen, lopen risico op financiële uitbuiting. Ouderen met (beginnende) dementie zijn extra kwetsbaar. Zélf hebben ze vaak niet in de gaten dat hun verstandelijke vermogens achteruit gaan.

Bij de tipgevers van De Monitor (programma KRO-NCRV) gingen de alarmbellen af toen zij vermoedens kregen van financiële uitbuiting van hun hoogbejaarde vaders. Zij maken zich ernstige zorgen. Lijdzaam moeten zij toezien hoe de nieuwe vriendin of de huishoudster van vader hen inpalmt, isoleert en misbruik van de situatie maakt. Juridische stappen halen niets uit en ook huisartsen en andere zorgprofessionals kunnen weinig betekenen.

In situaties van financiële uitbuiting kan bewind worden aangevraagd bij de kantonrechter. Een bewindvoerder neemt dan de bankzaken en het beheer van het vermogen over. Bewindvoering wordt pas toegekend als de rechter iemand wilsonbekwaam heeft verklaard. Als een rechter oordeelt dat de betrokkene (nog) wél wilsbekwaam is, kan het misbruik aanhouden.

In Nederland zijn 270.000 mensen dement. Van deze mensen woont 70 procent thuis en wordt verzorgd door familie of naasten. Per jaar worden er ongeveer 30.000 ouderen slachtoffer van financieel misbruik.

Bron: Nationale Zorggids 

Tips voor een veilige kerstboom

Elk jaar tuigen we in december met z’n allen de kerstboom op. Dit geeft heel veel gezelligheid in huis. Maar een kerstboom brengt ook gevaren met zich mee. Na een tijdje wordt de kerstboom droger en daardoor brandgevaarlijk. Neem daarom voorzorgsmaatregelen, zodat de maand december gezellig en knus blijft. We geven je graag een aantal tips. 

Hoe voorkom je kerstboombrand?

Een natuurlijke kerstboom is veel brandbaarder dan een kunstboom. Om de risico’s te beperken is een kunstboom een goed alternatief. Heb je toch liever een echte boom? Geef de kerstboom dan regelmatig water zodat hij niet teveel uitdroogt. Een boom die regelmatig water krijgt, vat aanzienlijk minder snel brand. Let er ook op dat er in de snoeren van de kerstverlichting geen breukjes zitten en plaats de boom niet dichtbij gordijnen of andere brandbare materialen.

Kerststukjes

Kijk ook uit met kaarsen in kerststukjes. Dit is namelijk een erg gevaarlijke plek voor een kaars. Impregneer het stukje met brandvertragende middelen, hou de kaarsen goed in de gaten of haal de kaarsen eruit.

FLOREIN
ZORGT, DA’S
HELDER.